Gisteren, op Wereldlichtjesdag, was tijdens de herdenkingsbijeenkomst in Stein de presentatie van het boek ‘Liever bij mij’ waaraan ik heb mogen meeschrijven.
Ik was nog nooit bij een herdenkingsbijeenkomst geweest. Ook al weet ik al een aantal jaren van het bestaan van Wereldlichtjesdag, ik zag er tegenop om dan in het gezelschap van anderen mijn verdriet op te zoeken en met dat van anderen geconfronteerd te worden.
Maar nu het werd gecombineerd met de boekpresentatie had ik een hele goede reden om te gaan, want daar wilde ik toch echt wel bij zijn.
Wat een bijzondere ervaring was het. Een warme, liefdevolle bijeenkomst waar recht werd gedaan aan de gemiste kindjes en de gezinnen die hen missen.
En wat een mooi cadeau dat we na afloop de lichtjes voor onze kindjes mee naar huis mochten nemen.
Dan was er de boekpresentatie.
Wat een mooi boek is het geworden, fijn glad papier, mooie illustraties en een prachtige omslag. Het is een plezier om in te bladeren (lezen ben ik nog niet aan toe gekomen) en wat ben ik trots dat ik daaraan mijn steentje heb mogen bijdragen!
Dankjewel Irene van Wesel, dat je dit initatief hebt genomen en met heel je hart er zoiets moois van hebt weten te maken. Ik weet zeker dat veel lotgenoten hier steun en herkenning in zullen gaan vinden.
Een tijdje geleden kwam de vraag van Irene, wie van de deelnemers tijdens de presentatie iets zou willen voorlezen. Ik heb ja gezegd en daar stond ik dan gisteren op het podium, met nog 4 andere deelneemsters.
Ik mocht als laatste van de 5 mijn zegje doen en na 4 ontroerende en emotionele bijdragen was het dan mijn beurt. De emoties waren voelbaar, en ik had even moeite om mijn eigen energie te vinden. Maar: What doesn’t kill you makes you stronger, ik heb het wel gedaan.
Ik heb het volgende prachtige gedicht van Evert Landwaard voorgelezen. De eerste keer dat ik het hoorde raakte het me, en het is me altijd bijgebleven. Na afloop werd ik meermalen gevraagd naar het gedicht, daarom deel ik het graag nog een keer.
Gisteren was ik in het bos.
Op zoek naar drie bomen, drie bomen die ik gekend had.
Drie bomen die alle drie een tak hadden verloren.
Drie bomen die daar alle drie op een andere manier mee waren omgegaan.
Vandaag heb ik ze gevonden.
De eerste boom was gaan treuren om zijn verlies en zei ieder voorjaar als de zon hem uitnodigde om te groeien: “Dat kan niet want ik mis een tak.”
De tweede boom was geschrokken van de pijn en had maar snel besloten om het verlies te vergeten.
En ieder voorjaar als de zon hem uitnodigde om te groeien, groeide hij.
De derde boom was geschrokken van de pijn.
Maar hij had gerouwd om het verlies.
En het eerste voorjaar dat de zon hem uitnodigde te groeien had hij gezegd: “Dit jaar nog niet.”
Maar de zon kwam het jaar daarop terug.
Nu zei de boom: ”Ja zon, verwarm mij opdat ik mijn wond kan verwarmen,
ziet u, mijn wond heeft warmte nodig, opdat hij weet dat hij erbij hoort.”
En het derde jaar dat de zon kwam sprak de boom:
“Ja zon, laat mij groeien want er is nog zoveel te groeien.”
Na wat zoeken vond ik die drie bomen, of eigenlijk twee.
De eerste boom was klein gebleven.
De plaats van de wond was duidelijk te zien, het was het hoogste punt van de boom.
De tweede boom was geen boom meer.
Een voorjaarsstorm had hem doen omwaaien. De plek van de wond moest ik gaan zoeken. Achter een heleboel bladeren vond ik hem.
De derde boom was het moeilijkst te vinden want ik had niet verwacht dat hij zo groot en sterk was geworden.
Maar gelukkig kon ik hem herkennen aan de dichtgegroeide wond die vol trots
in het zonlicht stond.
Ook interessant:
Irene, bedankt voor je bijdrage aan Wereldlichtjesdag. Fijn dat je nu de stap hebt kunnen zetten om te komen en dat ook jij je verhaal hebt kunnen vertellen.
Het gedicht dat je voorgelezen hebt is prachtig. Dank je wel.
Groetjes Nan Scheers
Heel graag gedaan Nan en fijn dat ik mijn steentje heb kunnen bijdragen!
Pingback: Geen dikke buik, geen kindje, geen herinneringen… | Praktijk Janna