1 op de 4… Dat ben ik: het verhaal van Kaat

Kaat is 35 en werkt als laborante. Ze vormt samen met haar man en 11 maanden oude dochtertje een gelukkig klassiek gezin maar wie haar goed kent weet dat in haar hart haar gezin 4 leden bevat.
Voor haar is ‘Petit’ (dat was de werknaam die zij en haar beste vriendin voor het vruchtje bedacht hadden, wat na het verlies zijn naam is geworden) geen geheim en deelt ze haar verhaal met wie luisteren wil.

Mijn miskraam is geen geheim: ook Petit hoort bij ons

Toen mijn man en ik gingen samenwonen besloten we dat een kindje welkom zou zijn. Na  een jaar waren we nog niet zwanger en besloten we raad van artsen te vragen. Uit onderzoek bleek dat natuurlijk zwanger geraken niet onmogelijk was, maar wel moeilijker zou zijn dus raadden ze ‘inseminatie’ aan. Dat was een techniek minder belastend voor het lichaam dan IVF omdat de natuurlijke cyclus volgde zonder hormonen en operaties.
Voor ons was poging 5 de goede want ik bleek zwanger. Voor mij tegen alle verwachtingen in, omdat die inseminatie ik super gestrest was doordat mijn dag totaal niet verliep zoals gepland, ‘Dit lukt zo niet, op naar poging 6’ dacht ik, maar neen 2 weken later bleek ik zwanger.

Geen goed gevoel

Omdat ik best een goede band met de gynaecologe die ons met deze behandeling hielp had opgebouwd wou ik graag dat zij me verder opvolgde maar dat kon ze niet doen zei ze, de eerste controle ging ze nog doen maar de volgenden moesten bij mijn vaste gynaecologe gebeuren.
Toen die eerste controle er kwam had ik na afloop geen goed gevoel want ze was heel karig met informatie en na afloop raadde ze me dan aan om de volgende afspraak bij mijn vaste gynaecologe reeds 2 weken eerder dan normaal te leggen. Ik ging naar huis met een zeer dubbel gevoel, wat moet ik hiermee.
‘Gewoon voor de zekerheid’ had ze nog gezegd als afsluiter, daar haalde ik mijn hoop dan maar uit voor de tussenliggende weken.

Onrust en koude rillingen

Daar was de dag van de volgende controle, mijn man en ik zouden elkaar in het ziekenhuis zien want hij kwam van zijn werk en ik was thuis. Tijdens het toetrekken van de deur kreeg ik een koude rilling over mijn hele lichaam, alsof mijn lichaam me al verwittigde dat het niet goed zou zijn. In de wachtzaal kon ik geen rust vinden, ook al was mijn man heel lief voor mij, wat het wachten nog lastiger maakte. Toen de assistent begon met de echo duurde het niet lang voor de ontspannen sfeer die zij zo graag voor mij wou creëren omsloeg in een ernstige sfeer. En toen ze er voor de zekerheid toch maar de gynaecoloog bij haalde wisten we het zeker, dit is niet goed.
Dus toen ze vrolijk binnenkwam met de woorden: “Ik ben blij dat ik jou zie…maar jij misschien niet om mij te zien” kon ik haar wel uitschelden voor al wat vuil is. “Tuurlijk niet, uw assistent is u moeten komen halen, dat kan nooit goed nieuws zijn” had ik willen schreeuwen, maar het bleef stil langs onze kant want ook mijn man leefde in de angst dat het niet goed zou zijn, maar hield zich sterk voor mij.

Medicatie, mijn eigen afscheidsritueel en alsnog curettage

En toen kwam dat gevreesde verdict: geen hartslag meer…en over tot informeren over de opties die we nu nog hadden. Omdat mijn schrik van ziekenhuizen groter was dan wat me te wachten stond en ik het wanneer in de hand wilde hebben en zo snel mogelijk met rouwen wilde kunnen beginnen koos ik voor medicatie om het vruchtje af te laten komen.
De dag dat ik de medicatie innam heb ik met een afscheidsritueeltje in mijn hoofd doorgemaakt. Als laatste activiteit samen heb ik me in de zetel genesteld en samen een yoghurtje gegeten, daarna op aanraden van de gynaecoloog een pijnstiller genomen en dan de medicatie. Ik heb dan in de zetel gezeten, geweend en geslapen als het lukte, ik kwam er enkel uit om naar de wc te gaan.   De controle die volgde was om na te gaan of alles mooi weg was en ik kon gaan uitvissen hoe nu verder, maar wat bleek: nog niet alles was weg en een curettage bleek alsnog nodig. Ook deze keer had ik wel willen schreeuwen, maar dit keer was mijn moeder bij me ter ondersteuning en ik zag in haar ogen dat zij vond dat ik me stil moest houden.

Op zoek naar lotgenoten

Na de curettage kon het rouwproces beginnen. Ik wilde er graag met lotgenoten over praten omdat ik vond dat enkel wie het ook had meegemaakt me kon troosten, al was het maar door samen verdrietig te zijn. Maar ik ontdekte snel hoe moeilijk erover gepraat wordt, want nergens leek ik ook maar enige vorm van praatgroep-achtige mogelijkheden te vinden, wat ik zeer jammer vond.
Na een tip van mijn therapeute om eens raad aan mijn vroedvrouw te vragen kwam ik bij een gesloten Facebook-groep terecht waarin ik veel online gebabbeld heb. En ook met mijn buurvrouw die recent weduwe was geworden heb ik veel mooie gesprekken gehad. We misten allebei iemand die we graag gezien hadden en konden samen verdrietig zijn…

Petit vergeten we niet

Na verloop van tijd vonden mijn man en ik weer de kracht om ook weer gelukkig te kunnen zijn. Petit vergeten we niet, Petit is evenveel lid van ons gezin als zijn kleine zus. In de zwangerschap van onze dochter was ik blij en ook angstig. Ook al had ik besloten dat ik de blijdschap wilde laten overheersen, toch was elke goede controle een mijlpaal. Een ‘Oef, we zijn al zo ver.’
Als ik er nu op terugkijk ben ik blij dat ik er ondanks wat ik had meegemaakt met Petit er toch een blije, rustig zwangerschap van kunnen maken heb, al ligt die rust ook bij het feit dat je als zwangere laborante ook onmiddellijk moet stoppen met werken.
We gebruiken dit verhaal nu positief, ik wil zijn voor lotgenoten wat ik zo moeilijk vond, een begripvol luisterend oor en hoop dat er echt ook weer geluk na verdriet kan komen. Dat je de kans hebt om zichtbaar moeder te zijn met een prachtkind in je armen.

Ook interessant: